Nadat ik zwaargeconcentreerd mijn soundtrack gekozen had en ervan verzekerd was dat die parachute wel zou openen (ze zitten schijnbaar zo in elkaar dat zelfs als je tandemmaster levensmoe is, je toch veilig naar beneden komt: de reserveparachute opent namelijk automatisch indien nodig) en in een sexy overall gehesen was, begon ik er eigenlijk best zin in te krijgen. En juist op dat moment begon het te waaien en werden we terug naar het hostel gestuurd: de grote baas (die alle drie de bedrijven bleek te bezitten) had wegens te veel wind een springverbod ingesteld voor de rest van de dag.
Gelukkig had ik voor de dag erna nog niks gepland en zat ik 's ochtends opnieuw in de limo. Ditmaal met een veel gezelligere partner, een gast uit Engeland waarmee ik dezelfde voorliefde voor The Mighty Boosh en Flight of the Conchords én kleur ogen (limited edition 1985: groenbruingeel) deelde. Zat van al dat wachten, had mijn angst ondertussen plaatsgemaakt voor een (voor anderen wellicht vrij irritante) hyperactieve jaaaaaa-wanneer-gaan-we-nou-mentaliteit. Ik werd (letterlijk) aan Hungo gekoppeld, een Hongaar die al twintig jaar skydiven overleefd had, al zes jaar voor Skydive Taupo werkte en (daardoor) ook nog eens verstaanbaar Engels sprak. Wellicht door mijn proactieve instelling zaten we als eerste in het vliegtuig, wat dus betekende, besefte ik me later, dat we er als laatste uit zouden gaan. Na twintig minuten luchtklimmen, zuurstofmaskers en een tussenstop op 3 km hoogte waar sommigen uit het vliegtuig stapten, was het dan ein-de-lijk zover. Lepeltje-lepeltje Uri Geller-style (de verkeerde kant op gebogen) stortten we met 200 km/u naar beneden. (Gelukkig heb je in de lucht geen refentiekaders, waardoor het ter aarde storten gewoon voelt alsof je zweeft (met misschien wat harde wind), en schieten je hersens daardoor niet in paniekmodus.) Na meer dan een minuut vrije val en bijna vier kilometer dichter bij aarde, deed de parachute netjes 'plop' en was het nog even rustig van het prachtige uitzicht genieten alvorens, geheel volgens de instructies, redelijk hard op m'n kont te landen.*
Na me weer eens in een wetsuit gehesen te hebben, en dit keer gewapend met een helm, kaplaarzen en rubberband door een weiland gemarcheerd te hebben (heel aparte combinatie), was het de beurt aan 'black water rafting': niet echt rafting, maar meer de Lazy River van het Tikibad, maar dan in het echt. (Voor degenen die niet twee jaar in het bezit van een Duinrell-jaarkaart zijn geweest: op een rubberband relaxen in het donker, terwijl je van de lichtjes (glimwormen) boven je geniet.) Met een glijbaan aan het eind om het af te maken.
Omdat er behalve grotten nauwelijks iets valt te beleven in Waitomo, reed de magische bus verder naar National Park, waar ook niks te beleven viel. Dit kwam echter door het weer: normaal gesproken is National Park de uitvalsbasis voor de Tongariro Crossing, een dagtrek door het vulkanische Tongariro National Park (voor de geeks onder ons: een epische tocht langs Mt. Doom). De weersverwachting was echter erg slecht voor het weekend, en werd de tocht afgeraden. Van National Park bleef niet meer over dan een typische YHA-overnachtingsplek: te veel grijze haren en te weinig te doen voor een iets dat zichzelf een hostel noemt.
*De DVD is erg leuk geworden, maar is zo'n 450 MB en dus (nu nog) te groot om online te zetten. Als ik een manier vind om het bestand te verkleinen, zet ik 'm meteen online.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten