zondag 27 februari 2011

Fraser Island & Rainbow Beach

Weer een stukje verder naar het noorden ligt een van de twee must-do locaties van de oostkust: Fraser Island. Dit is een groot eiland vlak voor de kust, en bestaat volledig uit zandgrond. Desondanks is het volop begroeid met regenwoud en wonen er dingo's. De leukste manier om dit eiland te verkennen is met een four wheel drive. Met een grote groep van dertig man en vier auto's verken je in colonne het eiland. Het wordt nog leuker als je als enige van de vier groepen een bijna uitelkaarvallende Toyota Landcruiser krijgt toebedeeld waarvan de achterdeur nauwelijks sluit en handrem het ook niet echt doet, terwijl anderen een nieuwe automaat mogen besturen. Een 4x4 automaat. Mietjes!

Ondanks dat Fraser Island een grote toeristenattractie is, zijn er niet veel faciliteiten en dus kampeerden we twee dagen ergens in de duinen, zonder douches, maar gelukkig wel met een mobiele wc voor de vrouwen. Slapen deden we in koepeltentjes en koken op gasbranders. We hadden van tevoren per groep een voedselpakket meegekregen, met onder andere hamburgers en noedels, maar ook pannenkoeken en fruitcake.

Na de eerste dag iemand anders te hebben laten rijden zodat ik wat off the road-technieken af kon kijken, vond ik het de tweede dag de beurt aan mezelf en wierp ik me op als chauffeur. Wonder boven wonder vertrouwde de rest van de groep (ingrediënten: drie Deense meisjes, een superleuk Engels stel, een minischotje die bijna niet bij de koppeling kon, en een Canadees die z'n rijbewijs niet bij zich had) mij dat ook toe en mocht ik met The Clunge Mobile over het strand scheuren alvorens linksaf een smalle en hobbelige zandweg op te gaan. “Het volgende gedeelte is vrij moeilijk begaanbaar, dus iemand met ervaring moet rijden”, aldus onze gids bijgenaamd Princess. Het duurde even voordat ik doorhad dat ik die persoon was; schijnbaar had ik in dat uurtje voorafgaand genoeg ervaring opgedaan om er nog een schepje bovenop te krijgen. Ik vond het hartstikke leuk, ik weet het niet of mijn medepassagiers dat ook vonden, maar ze leven in ieder geval allemaal nog.

Tussen de scheur- en hobbelpartijen door stopten we op verschillende plaatsen: glasheldere meren met witte stranden, tropische kreekjes, grote zandvertuivingen, rotsen en een scheepswrak. Omdat de staat Queensland niet aan zomertijd doet, en het ook nog eens vrij noordelijk ligt, wordt het om zes uur licht, maar ook al om zeven uur donker. We moesten dus elke avond redelijk op tijd terug zijn bij het kamp zodat we het eten voor zonsondergang gekookt hadden, omdat anders de kans dat dingo's kwamen buurten aanzienlijk toenam. 's Avonds brachten we dan door met het drinken van Goon, een instituut wat net zo Australisch is als kangoeroes, alleen iets minder bekend in het buitenland; waarschijnlijk omdat slechte wijn in aluminium zakken niet zo'n goed exportproduct is.

De rit terug naar de veerpont was nog even spannend, omdat de Deense meisjes ook nog wilden rijden. Hoewel dit de enige rit op een enigszins verharde weg was, stonden we op de achterbanken lichtelijke doodsangsten uit. Een van de Deentjes hadden het niet zo op remmen, terugschakelen en afstand houden. Toen de achterbank in koor “Remmen!” riep, reageerde ze met “Relax, ik rem toch!” Ondertussen stonden we bijna ín de wagen voor ons geparkeerd.

Uiteindelijk zijn we allemaal heel thuisgekomen, en bood ik aan de wagen terug naar de garage te rijden zodat ik ook nog even op een normale weg kon rijden met het monster. Zoals verwacht was ik ondertussen wel voorbereid op het rijden aan de linkerkant van de weg, maar het leek me toch fijn om dit even uit te proberen in een dorp zonder verkeer.

De twee dagen in het hostel die volgden waren erg gezellig omdat de meesten mensen uit de groep nog voor één of twee dagen in het hostel bleven, en het hostel de enige in het 'dorp' (straat) was met een bar, waardoor het in de avonden gezellig druk was. Er werden nog wat spellen zoals 'raap de doos op met je tanden' en snakebite-pong (pingpongballen in andermans drank mikken) georganiseerd, maar helaas was 'ons' team I love Chickens niet erg succesvol in snakebite-pong en lagen we er in de eerste ronde (tevens halve finale) uit.

De volgende dag werd er een tourtje georganiseerd naar de vlakbij liggende zandverstuiving met 72 kleuren zand (vandaar de naam Rainbow Beach), waar je kon boemeranggooien en zandboarden. Dat zandboarden ging op een hele speciale manier; namelijk óf op een bodyboard of op een plastic slee. Degene die het voor elkaar zou krijgen de heuvel zonder vallen af te komen zou een biertje krijgen, maar mij lukte dat niet omdat het gebrek aan bindingen (en stuurbaar board) roet in het eten en vooral heel veel zand in m'n gezicht gooide.

1 opmerking:

  1. martientje!!

    wat een stoer wijf ben je toch!

    leuk dat je toch een blog hebt, zodat ik kan blijblijven :D

    xx will

    BeantwoordenVerwijderen