dinsdag 22 februari 2011

Gagaju Bush Camp & Noosa

“Sorry mensen, maar het internet doet het op het moment niet”, was het eerste wat we te horen kregen toen ik in de shuttlebus naar het Gagaju Bush Camp zat. Echt veel informatie over deze bestemming had ik niet, maar ik had sowieso niet verwacht dat het internet had aangezien Stevo had gezegd dat ik in een tentenkamp zou slapen. Voordat we naar het kamp reden moesten we eerst wat boodschappen doen omdat er schijnbaar dus ook geen winkels in de buurt van het kamp waren. We konden kiezen om zelf te koken of om voor $10 per avond Alan, de kampeigenaar, te laten koken. Ik koos natuurlijk voor dat laatste (ben nog steeds op vakantie) en als je ooit naar Gagaju gaat zal ik je bij deze aanraden dat ook te doen, want alhoewel hij er niet bepaald uitzag als een kok (mager, met wat missende tanden), was zijn pizza de lekkerste die ik de laatste tijd gegeten heb.

Het kamp bestond uit twee houten dorms met handgemaakte stapelbed-hangmat-crossovers, wat kleine tentjes, en een met zeil overdekt gedeelte met een keuken, pooltafel, hangmat en ...een tv-kamer met een gloednieuwe breedbeeld-tv.

Een nadeel was dat het kamp naast de rivier lag, en (naast spinnen en megapadden) dus was begeven van de muggen. Ons werd dan ook aangeraden het sterkste antimuggenspul te gebruiken wat er is: Bushman's 80% Deet. Het ruikt heel sterk naar.. tja.. chemisch, als het op je lippen terecht komt voel je ze niet meer, en eenmaal ermee ingesmeerd voel je je net een glimmende geoliede bodybuilder klaar om te poseren op het podium, maar het werkt fantastisch: in drie dagen bushkamp en een halve tube van dat spul had ik slechts twee muggenbulten; op m'n rug, precies waar ik me niet ingesmeerd had.

Een voordeel van dat het kamp naast de rivier lag, was dat er daardoor nog iets te doen viel: de dagen werden hier doorgebracht in driepersoonskano's. Zonder gids, maar gewoon met de mensen die zich op dat moment in het kamp bevonden; uiteraard weer een mix van Engelsen, Canadezen, Nederlanders en saaie Duitsers. Vooraf kregen we een briefing die ongeveer zo ging: “Hallo, jullie gaan de komende twee dagen kanoën. Dat zijn de boten. Daar is de rivier. Vandaag gaan jullie rechtsaf, en als je het meer ziet ga je bij de tweede groene paal links, dan zie je een elektriciteitsmast waar kan je aanmeren. Morgen gaan jullie naar links, dan kom je ook bij een meer, en links zie je dan een strand waar je naar een oude kroeg kan. Als je omslaat in het meer sta je gewoon op, want het is ondiep, maar je moet wel oppassen, want soms zitten er stingrays. Nou, veel plezier hè, ik zie jullie vanavond! We eten biefstuk in knoflook-rode wijn-saus, ik hoop dat je dat lust.”

Na deze beknopte briefing bracht ik zodoende twee dagen in een kano door met twee best aardige, maar vrij suffe Engelsen, waarvan er een nog een vergevorderde staat van tandrot onder de leden had, met bijbehorende putlucht. Gelukkig hadden we op beide dagen tenminste een andere boot die met ons meeging, wat het een stuk gezelliger maakte.

Na twee dagen kanoën was ik blij dat ik weer in een normaal hostel zat. Niet omdat ik het kanoën niet leuk vond, maar omdat ik me desondanks de kampdouches zo vies voelde na twee dagen peddelen met dertig graden, overal zand en de lucht van antimuggenwierook die overal in bleef hangen. In Noosa verbleef ik in Nomads Budget Backpacker Resort, wat inderdaad een soort budget vakantiepark was, inclusief zwembad en rijtjesbungalows.

Terwijl ik heel blij constateerde dat er zich een afhaalindo aan de overkant van de straat bevond, werd ik aangesproken door twee surfdudes. Ik vond dat wel gezellig want ik was in m'n eentje, en een ervan leek me ook nog wel een leuke kerel, maar de ander was echt heel lelijk. Helaas bleken ze allebei een beetje sneu te zijn (en ook nog gescheiden en drie kinderen op hun 27e te hebben), en later op de avond zag ik dat nog eens bevestigd toen de leuke de chicks (gemiddeld zo'n tien jaar jonger) ging versieren, om ze vervolgens door te geven aan zijn lelijke sidekick, waarschijnlijk omdat de laatste in zijn eentje gewoon totaal kansloos zou zijn. Gelukkig kwam ik uiteindelijk een hele hoop mensen uit het kanokamp tegen waardoor het toch nog twee gezellige dagen werden.

Het enige dat roet in het eten gooide was een ministorm die na de (hele hete) tweede dag overtrok. Het regende op een gegeven moment zo hard dat het dak van de dorm begon te lekken, waardoor we maar heel oldskool prullenbakken over de hele ruimte verspreid hadden om het water op te vangen. Zoals de naam al aangaf, ik zat nog steeds in een Budget Resort.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten